Pioniersfotografie uit Nederlands-Indië > Vroege fotografie in ontwikkeling
Overheden en historische genootschappen maakten al snel na de uitvinding van de fotografie gebruik van de diensten van een fotograaf. Het Ministerie van Koloniën gaf Adolf Schaefer de opdracht om de Borobudur en andere kunstschatten op Java te fotograferen. Schaefer was hiervoor aangewezen op de daguerreotypie, een eenmalig fotografisch procédé.
Ook Isidore van Kinsbergen werd gevraagd om de Javaanse oudheden te fotograferen. Het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen vroeg hem om foto's te maken van de tempels op het Diëng plateau. De Archeologische Vereniging van Yogyakarta contracteerde Kassian Céphas voor het fotograferen van de verborgen basis van de Borobudur. Later maakte hij opnames van andere tempels, zoals de Prambanan.
In het begin van de twintigste eeuw werd het, dankzij de technische vernieuwingen, eenvoudiger om te fotograferen. De foto's uit deze periode laten meer over het leven in Nederlands-Indië zien. Charles Kleingrothe legde het leven op de plantages en het werk in de fabrieken vast. Hij maakt opnames van de tropische landbouwproductie en slaat daarbij de woningen van het personeel niet over.
Tegelijkertijd kwam de publieke interesse in het land Indonesië op gang. De foto's van Christiaan Benjamin Nieuwenhuis laten verschillende aspecten van de inheemse cultuur zien. Foto's van het exotische landschap of de bevolking verschenen soms in reisverhalen en wetenschappelijke tijdschriften.