Decoraties Maastrichts aardewerk, 1836-1969 > Handschilderen
De oudste decoratietechniek bij de Maastrichtse bedrijven was het handschilderen. Het handschilderen werd toegepast bij filets (smalle lijntjes), maar toch hoofdzakelijk bij het aanbrengen van allerlei blad- en bloemmotieven, later aangeduid met de benaming boerenbont.
Boerenbont kwam in vele patronen voor. De eerste patronen namen de Maastrichtse fabrieken over van Engelse en Duitse fabrieken. Gaandeweg werd het Maastrichtse assortiment echter uitgebreid met eigen ontwerpen en variaties. Het aantal verschillende patronen wordt geschat op vijf- à zeshonderd, met weer allerlei kleurvarianten.
Meestal werd het schilderwerk door meisjes en vrouwen gedaan. Ze hadden daarvoor twee gereedschappen ter beschikking: het penseel en stempeltjes. Er bestonden verschillende soorten en maten penselen, afhankelijk van het te schilderen patroon. Eenvoudige en veel voorkomende motieven werden gestempeld. Dat ging sneller en was goedkoper.
Boerenbont was gewoon gebruiksgoed. Alleen ongedecoreerd, wit aardewerk was goedkoper. De populariteit is altijd enorm groot geweest, vooral omdat het ook voor de gewone man met de smalle beurs bereikbaar was. Het is tot in 1969, toen Sphinx stopte met de productie van huishoudelijk aardewerk, in het assortiment gebleven.