Straatliederen > 18. Overschotje
Luister naar dit lied, uitgevoerd door Maarten van Roozendaal
Op de drempel van een huisje zit een klein meisje, dat thuis het 'overschotje' is. Haar moeder is overleden, haar vader hertrouwd, en een stiefmoeder is niet hetzelfde als een moeder. Het meisje staat vaak bij haar moeders graf. De zanger huilt in zijn hart als hij dat ziet.
Dit lied uit 1923 is een onvervalste tranentrekker. De muziek werd geschreven door Eugénie Bandy en de tekst door haar echtgenoot Lou Bandy, in wiens uitvoering dit lied bekend werd. Later heeft onder meer de Zangeres Zonder Naam het lied opgenomen.
Andere liedteksten op deze melodie gaan over rampen, ongelukken, moorden en sociaal leed.
'Overschotje' wordt hier gezongen door Maarten van Roozendaal, met begeleiding door Bouke Feleus op accordeon, Louis Grijp op gitaar en Erik Beijer op contrabas.