Protestantse portretten > De portretten
Techniek
De portretten zijn uitgevoerd als tekening, kopergravure, ets, mezzotint, aquatint, lithografie, foto enzovoort. Een klein deel ervan bestaat uit knipsels uit geïllustreerde publicaties. De oudste portretten dateren van het begin van de zestiende eeuw, de jongste stammen uit het eind van de negentiende eeuw.
De geleerde predikant
De prenten tonen de dominee vaak als een geleerd man, die soms een sprekend gebaar maakt of zijn hand op het hart houdt als teken van zijn liefde tot God. Maar vooral tonen zij hem in gezelschap van boeken, véél boeken. Dat lijkt vanzelfsprekend maar toch moeten we voorzichtig zijn met dit beeld.
Datgene wat op een prent is te zien, is niet zomaar een ‘kiekje' van iets wat er op zeker moment zo heeft uitgezien. De kunstenaar, die een dergelijk portret vervaardigde, hield zich doorgaans aan bepaalde heersende opvattingen over hoe zo'n kunstwerk diende te worden gemaakt.
De doopsgezinde voorganger Tobias Govertsz van den Wyngaert werd in 1666 op tachtigjarige leeftijd geportretteerd voor een rijk gevulde boekenkast, die half is bedekt door een draperie. Uit de boedel van deze voorganger blijkt echter dat hij slechts beschikte over een handjevol boeken!
Kleding
Het beeld bestaat dat predikanten altijd een toga hebben gedragen. We zien inderdaad op prenten vanaf het midden van de negentiende eeuw de dominee in dit eerbiedwaardige, deftige kostuum.
Maar vóór die tijd ging de dominee gekleed in een zwart kostuum met een mantel en - sinds het derde kwart van de zeventiende eeuw - een witte bef. Sommige theologen dragen toga's en brede, witte beffen: dat zijn hoogleraren.
Wat de haardracht betreft: die varieerde van lang tot kort, met of zonder baard, krullen en sinds het einde van de zeventiende eeuw een pruik. Er werd wel eens beweerd dat uit de vorm van de pruik de theologische richting van de dominee kon worden afgeleid.