Kamptekeningen uit bezet Nederlands-Indië (1942-1945) > Voedsel en gezondheidszorg

 

A.J.L. de Geer Boers, Laboratorium van het Tjimahi-kamp

In de meeste gevallen hadden de Japanners de geïnterneerden hun geld en kostbaarheden niet afgenomen. Daar stond tegenover dat deze hun internering zoveel mogelijk zelf moesten bekostigen. De Japanners verstrekten meestal pas rantsoenen als de eigen middelen grotendeels waren verbruikt. In het begin was er nog voldoende voedsel verkrijgbaar, maar in de loop van de oorlog werd de voedselsituatie steeds slechter. In 1944 en 1945 heerste er honger in de kampen en onder een groot deel van de bevolking daarbuiten. De beschikbaarheid van medische voorzieningen verliep volgens eenzelfde patroon. Aanvankelijk was er in de kampen aan medisch personeel geen gebrek. Artsen en tandartsen mochten een deel van hun instrumenten meenemen naar de kampen, al werden deze later veelal in beslag genomen. In de meeste kampen was een ziekenhuis of ziekenzaal, maar soms moest je hiervoor het kamp uit. Op den duur ontstond er echter een groot gebrek aan medicijnen en medische apparatuur.

Centrale keukens

Joke Broekema, De keuken voorheen en thans, Brastagi

Veel kampen hadden een centrale keuken, waar de rantsoenen werden bereid, vaak aangevuld met voedsel dat de kampleiding centraal had ingekocht. De grote drums van 500 liter voor de keuken waren ongeveer het enige onderdeel van de inventaris van de kampen dat door de Japanners werd geleverd. Het keukenwerk was zwaar en begon ’s morgens vroeg met het aanmaken van het vuur en het koken van water voor pap. Andere keukentaken waren het hakken van brandhout, het schoonmaken van honderden kilo’s groente en het koken van rijst. De voorraad brandhout werd aangevuld met alles wat maar brandbaar was aan de huizen en barakken en enigszins kon worden gemist. Als het eten klaar was, werd het per wijk, buurt of loods uitgedeeld in precies afgewogen porties. Een omroeper deelde mee welk deel van het kamp aan de beurt was. Bij de uitdeelpunten stonden de kampbewoners in lange rijen te wachten op hun dagelijkse hoeveelheid eten. De mensen letten goed op of hun buurman niet per ongeluk een hapje meer kreeg.

Markt en kampwinkel

Mary Gabriëlse, Toko, Tjihapit

In het begin was in veel kampen een markt of kampwinkel aanwezig. Veelal droegen de geïnterneerden bij aan een centrale kas, waaruit bestellingen werden betaald. Een deel ervan werd in de centrale keuken verwerkt, een ander deel ging naar de kampwinkel. Daar mocht iedereen voor een bepaald bedrag wat kopen, waarvoor meestal speciaal kampgeld werd gebruikt. Na verloop van tijd raakte het geld op en werden de kampwinkels opgeheven.

Handel en smokkel

Ad Borstlap, “Smokkelen”, Bamboe-kamp

In veel (in de loop van de oorlog zelfs alle) kampen mocht maar tot een bepaald bedrag aan voedsel worden bijgekocht. Hierdoor ontstond een levendige smokkelhandel. Zeker in het begin kregen de geïnterneerden daarbij hulp van bewakers, die in ruil daarvoor commissieloon opstreken. Soms verlieten geïnterneerden stiekem het kamp om aankopen te doen, maar op den duur werd de controle strenger en de straf zwaarder. Zeker wanneer de geïnterneerden collectief werden gestraft voor de overtreding van een enkeling, nam de smokkel af.

Hygiëne

Charles Burki, Onze huisdieren

Met de hygiëne was het niet goed gesteld. De Japanners verstrekten zelden wc-papier, zeep en schoonmaakmiddelen. Ook was er niet genoeg water om te baden en om kleren en kookgerei schoon te houden. Een ander probleem was het ongedierte. De barakkenkampen zaten al vol wandluizen, vóórdat de geïnterneerden erin trokken.

Ziekte

Charles Burki, Sakit

In de loop van de oorlog ging de gezondheidstoestand van de geïnterneerden achteruit. In 1943 deden zich de eerste gevallen van hongeroedeem voor. Vanaf 1944 raakte de achteruitgang in een stroomversnelling. Het toenemende voedselgebrek in combinatie met de zware arbeid die nu van de geïnterneerden werd verwacht en de groeiende bevolkingsdichtheid van de kampen in combinatie met de verslechterde hygiënische omstandigheden, waren daarvan belangrijke oorzaken. Bovendien werden infectieziektes gemakkelijk verspreid door de vele verhuizingen; de mensen namen ze mee van het ene kamp naar het andere. Het aantal slachtoffers van infectieziekten zoals difterie, dysenterie en geelzucht groeide snel. Van de circa 140.000 geïnterneerden overleed zo’n vijftien procent.

Ziekenhuizen

Vervaardiger onbekend, Ziekenbarak

Op plekken waar zwaar zieken niet meer naar de openbare ziekenhuizen mochten en waar meerdere kampen bij elkaar lagen, lieten de Japanners vaak een centraal kamphospitaal inrichten. In de grotere kampen moesten de ziekenhuizen vaak worden uitgebreid ten koste van de woonruimte. Er kwamen aparte afdelingen voor kinderen, chronisch zieken, dysenteriepatiënten en soms ook voor chirurgie.

Medicijnen

Andreas de Hoog, Apotheker Quintus Bosz

Medicijnen, verbandmiddelen en medische instrumenten waren nauwelijks voorhanden. Artsen en technici construeerden zelf de ontbrekende medische instrumenten. Apothekers en chemici vervaardigden zoveel mogelijk hun eigen medicijnen uit kruiden en andere ingrediënten. Voor de bestrijding van pellagra bijvoorbeeld, een ziekte die ontstaat door vitaminegebrek, won men gist uit urine. Het laatste jaar ontving men bovendien wat medicijnen uit de Rode Kruiszendingen, al hielden de Japanners daarvan het grootste deel achter.

20.000 Doden

Jan Kickhefer, Danse macabre, Tjimahi

Het verblijf in de kampen heeft vele duizenden geïnterneerden het leven gekost. Met name ziekte en voedselgebrek waren belangrijke doodsoorzaken. In de eerste twee jaar van de internering was in de kampen het sterftecijfer min of meer normaal, maar daarna liep het op de meeste plaatsen snel op. Op Java bijvoorbeeld was het uiteindelijk drie maal zo hoog als normaal. De doden van de stadskampen werden op de algemene stadsbegraafplaats begraven. De andere kampen kregen hun eigen begraafplaats. De geïnterneerden groeven zelf de graven.

>> Lees verder: Onderwijs, godsdienst en vrije tijd
<< Ga terug naar: Leven in de kampen

Voorbeelden uit deze collectie Kamptekeningen uit bezet Nederlands-Indië (1942-1945)

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie