Van zeehelden en avonturiers: reisverhalen uit de 16e en 17e eeuw > Het Portugese Rijk

De expanderende handel leidde tot rijkdom van een nieuwe klasse van ondernemers en handelaren. Het verdiende geld werd geïnvesteerd in nieuwe ondernemingen. Regelmatig werd geld geleend aan lokale vorsten en heersers, die het gebruikten om hun invloed uit te breiden of te handhaven.

Voor ondernemers was het van belang dat zij in de nieuw verkende gebieden hun handelsnetwerken konden uitbreiden. Met nieuwe (ruil)producten zoals bijvoorbeeld specerijen en suiker konden ze voorzien in de groeiende Europese behoefte. Het Portugese koningshuis sloot overeenkomsten met handelaren om nieuwe (handels)gebieden te vinden en die vervolgens in kaart en onder Portugees beheer te brengen. Ontwikkelingen in de cartografie en de verspreiding van allerlei (reis)geschriften leidden tot toenemende kennis van de wereld. Met schepen die almaar groter werden en steeds beter zeilden, werd de nieuw verworven kennis van windrichtingen en zeestromen in praktijk gebracht. Portugese schepen zeilden verder 'van huis' dan ooit daarvoor.

Het blijft verbazingwekkend dat Portugal, een land met nauwelijks een miljoen inwoners en een sterk agrarisch karakter, tussen 1400 en 1600 in staat was een 'wereldrijk' op te bouwen. Het was een enorm rijk dat zich uitstrekte van de Maghreb (Noord-Afrika) tot Macau (China) en de Matto Grosso (Brazilië). Het Portugese koningshuis en dan met name kroonprins Hendrik de Zeevaarder, die leefde van 1394 tot 1460, speelde daarbij een belangrijke rol. Hij stimuleerde vernieuwingen op het terrein van scheepsbouw en navigatie en hij richtte de eerste Europese opleiding voor stuurlieden op.









De opbouw van wat wel het eerste 'moderne' koloniale rijk wordt genoemd begon met de verovering van het Noord-Afrikaanse Ceuta in 1415. Daarna volgde Madeira (1418), de Azoren (1439) en later Kaapverdië (1460). Vasco da Gama rondde tussen 1497 en 1498 voor de eerste maal Kaap de Goede Hoop aan de zuidpunt van het Afrikaanse continent. Het duurde daarna nog twee jaar voordat Portugezen er in slaagden om India te bereiken. Op weg naar India namen ze een deel van Zuid-Amerika (het huidige Brazilië) in naam van de Portugese koning in bezit.

In het spoor van de Portugese expansie reisden ook niet-Portugezen mee. Een groot aantal jaren later was dat bijvoorbeeld de Nederlander Jan Huygen van Linschoten die in India werkte in dienst van de bisschop van Goa. De ervaring en kennis die hij daar en onderweg opdeed beschreef hij in zijn boek Itinerario, dat in 1596 te Amsterdam verscheen. Het boek bevatte een schat aan praktische reisgegevens en zou een belangrijke leidraad worden voor Nederlanders op weg naar de rijkdommen van de Oost.

Aan het eind van de 16e eeuw begon de Nederlandse handelsexpansie vaste vormen aan te nemen. Van de grote beeldbepalende organisaties was er één actief in het westelijke deel van de wereld (het Atlantische gebied) en één in het oostelijke deel (het Aziatische gebied) van de wereld.

Lees verder over: De Verenigde Oost-Indische Compagnie

Voorbeelden uit deze collectie Van zeehelden en avonturiers: reisverhalen uit de 16e en 17e eeuw

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie