Het belang van de dichter P.C. Boutens (1870–1943) voor de Nederlandse poëzie is onmiskenbaar. Twaalf jaar na Boutens’ overlijden ruimde Victor E. van Vriesland in de derde druk van zijn Spiegel van de Nederlandse Poëzie door alle eeuwen: 1100-1900, maar liefst 36 pagina’s in voor 57 van zijn verzen - bijna anderhalf maal zoveel als voor andere illustere dichters. ‘Boutens is misschien de enige thans levende grote dichter die men in vroeger tijden een meester genoemd zou hebben’ schreef Martinus Nijhoff in 1924.

De Zeeuwse Bibliotheek bezit een voor Nederland unieke boekencollectie van de dichter. De zeer complete collectie omvat enkele handschriften en ruim 600 ‘Boutensiana’ (boeken, partituren, plano’s varia), en is van groot belang voor wie Boutens’ boekproductie en de literatuur van die tijd bestudeert. Het Geheugen maakt dit bijzondere en soms unieke materiaal digitaal toegankelijk voor een breed publiek.