Jeugdtijdschriften 1883 tot 1950 > Zonneschijn (1925-1943)
Het prospectus uit 1924 vermeldt dat ‘Zonneschijn’ goede lectuur wil bieden aan de jeugd en Nederlandse auteurs en illustratoren de gelegenheid wil geven om hun werk te publiceren. In de loop van de jaren wordt een reeks van tijdschriften in ‘Zonneschijn’ opgenomen (o.a. ‘Kie-ke-boe’, ‘Voor ’t jonge volkje’ en ‘Voor de kinderkamer’), waarmee de aanvankelijke doelgroep van 7-12 jaar vanaf 1934 wordt verbreed naar 3-15 jaar.
In de eerste jaren bevat ‘Zonneschijn’ hoofdzakelijk (vervolg)verhalen over kinderbelevenissen, het leven van dieren of fantasiewerelden. Ook is er aandacht voor andere volken of culturen en voor Nederlands-Indië. Verder vinden lezers er stripverhalen als ‘De avonturen van Wo-Wang en Simmie’. De verhalen komen uit de pen van onder meer N. van Hichtum, D.A. Cramer-Schaap, J. Fabricius, L. Roggeveen, J.B. Schuil en W. Wilkeshuis. Regelmatig zijn er in het blad gedichten en versjes met bladmuziek te vinden van o.a. S. Abramsz.
Gaandeweg verschijnen er in ‘Zonneschijn’ steeds meer artikelen, over diverse onderwerpen. Vanaf het begin is er de rubriek ‘Het leuke hoekje’ met spelletjes, raadsels, moppen, knutselideeën en puzzels. Ook komen er vaste rubrieken over bijvoorbeeld luchtvaart, boeken, natuur, sport, wereldnieuws en techniek. Daarnaast kunnen lezers brieven insturen voor de correspondentierubriek en deelnemen aan wedstrijden.
Het blad is rijk geïllustreerd met foto’s en tekeningen van onder meer Rie Cramer, Freddie Langeler, Anton Pieck, Hans Borrebach, Tj. Bottema en Daan Hoeksema. In 1934 wordt de Zonneschijnclub opgericht met als doel het inzamelen van postzegels en het maken van speelgoed ten behoeve van zieke kinderen.
Gedigitaliseerd: vol. 1 (1925) – vol. 19, nr. 6 (jun 1943)
Ontbreekt: Kiekeboe jrg. 12, nr. 17 en 24 (1936)
Bekijk exemplaren van Zonneschijn >>
Terug naar het Jeugdtijdschriften overzicht >>