Jeugdtijdschriften 1883 tot 1950 > Voor de kinderkamer (1883-1934)
Omdat het tijdschrift ‘Voor ’t jonge volkje’ (1875-1934) zich richt op een brede doelgroep (6 tot 16 jaar) is ‘Voor de kinderkamer’ -het eerste tijdschrift voor jonge kinderen van 5 tot 8 jaar- zeer welkom. De verhalen in het blad hebben een eenvoudig taalgebruik, zijn gedrukt in grote letters en rijk geïllustreerd. Iedere jaargang komt ook als boek uit.
Korte verhalen en gedichten vormen het hoofdbestanddeel van ‘Voor de kinderkamer’. De thema’s die behandeld worden zijn ontleend aan de dagelijkse leefwereld van jonge kinderen (met belevenissen als appels plukken en ijspret), aan de fantasie (bezoekjes aan Luilekkerland of toverbossen) en de dierenwereld. Redacteur P. Louwerse bewerkt ook oude volksverhalen en sprookjes. Achterin het blad is een wedstrijd te vinden, waarbij prijzen te winnen zijn.
Met name in de negentiende eeuw ligt de moraal er in ‘Voor de kinderkamer’ dik bovenop. Maar ook in de twintigste eeuw blijft de boodschap een prominente rol vervullen: de verhalen laten zien hoe waardevol vriendschappen zijn en dat emotionele uitbarstingen als ruzies en jaloezieaanvallen leiden tot niets. Het is onbekend welke schrijvers aan het blad hebben meegewerkt.
De illustraties in ‘Voor de kinderkamer’ zijn aanvankelijk vooral afkomstig uit het buitenland. In elk nummer komt een paginagrote gekleurde prent voor. De overige illustraties zijn tussen de teksten geplaatst (lijntekeningen, gravures en oud-Hollandse silhouetten). Vanaf 1914 beginnen Nederlandse tekenaars als o.a. Jan Wiegman, Freddie Langeler en Ro Keezer een rol van betekenis te spelen. Vanaf 1898 komen er in het blad op beperkte schaal foto’s voor.
Gedigitaliseerd: vol. 1 – vol. 49, vol. 50, nr. 10, nr. 12, vol. 51-vol.52
Bekijk exemplaren van Voor de kinderkamer >>
Terug naar het Jeugdtijdschriften overzicht >>