Jeugdtijdschriften 1883 tot 1950 > Meisjesleven (1933-1939)
Voor meisjes van 14-18 jaar verschijnt een ‘fleurig, gezond en krachtig orgaan’ dat als een spiegel moet dienen van ‘het meisjesleven in den besten zin’ (aldus de uitgever). ‘Meisjesleven’ is bedoeld voor meisjes van gegoede komaf met een behoorlijke opleiding, die voorbereid moeten worden op de toekomst. Meteen al in het eerste nummer roept de redactie lezeressen op te laten weten waar het meisje van nu in is geïnteresseerd.
Ieder nummer opent met een hoofdartikel dat kan gaan over onderwerpen als vrijetijdsbesteding en vrouwenemancipatie, maar ook over levenslessen inzake karaktervorming. Het blad wordt verder gevuld met verhalen en gedichten. Zo bevat de eerste jaargang onder meer het vervolgverhaal ‘Joop’s correspondentie’, van Cissy van Marxveldt. Daarnaast komt de lezer allerlei rubrieken tegen met wetenswaardigheden over sport, beroepskeuze, handwerken, fotograferen, muziek, reizen en mode. Voor deze rubrieken worden deskundigen aangetrokken. Zo schrijft Wouter Paap over muziek en Willy Corsari over toneel in de rubriek ‘Achter de schermen’. Erg populair is het handlezen, dat na verloop van tijd dan ook niet meer gratis aangeboden wordt.
‘Meisjesleven’ biedt ook ruimte voor het ingezonden werk van lezers in de rubriek ‘Uit onze pen’. Met opstellen kunnen de makers prijzen winnen als zilveren horloges, schemerlampen of een fototoestel. In de zeer uitgebreide correspondentierubriek staan ingezonden brieven met allerlei levensvragen van lezeressen, die een uitgebreid antwoord krijgen van redactrice Willy Pétillon.
Het blad is geïllustreerd met tekeningen van o.a. Hans Borrebach en Willy Bredijk.
Gedigitaliseerd: jrg. 1 (1933) ; jrg. 3 (1935) – jrg. 6 (1938)
Bekijk exemplaren van Meisjesleven >>
Terug naar het Jeugdtijdschriften overzicht >>