Jeugdtijdschriften 1883 tot 1950 > Kie-ke-boe (1930-1942)
Door de modern vormgegeven omslagen met een of twee steunkleuren is ‘Kie-ke-boe’ een aantrekkelijk tijdschrift voor jonge kinderen (5-8 jaar). Onder redactie van D.A. Cramer-Schaap biedt het tijdschrift kwalitatief goede teksten en tekeningen. Er wordt weinig gemoraliseerd en het blad heeft geen binding met kerkelijke stromingen.
‘Kie-ke-boe’ is grotendeels gevuld met verhaaltjes en versjes (voor de beginnende lezertjes met streepjes tussen de lettergrepen), die zich afspelen in fantasiewerelden vol kabouters, poppen en dieren, of in en om het huis. Naast verhalen en gedichten bevat het blad ook toneelstukjes en liedjes met bladmuziek. De hoofdredactrice schrijft zelf de meeste teksten en ook het vervolgverhaal over het figuurtje ‘Kiekeboe’ is van haar hand. Daarnaast werkt er een keur aan gerenommeerde schrijvers mee: voor de gedichtjes onder meer Maren Koster en C. Wilkeshuis, voor de verhalen Nienke van Hichtum en S. Franke.
Het tijdschrift bevat veel, vaak grappige tekeningen, gemaakt door een groep wisselende illustratoren. Zo hebben bijvoorbeeld Rie Cramer, Daan Hoeksema, Leonard Roggeveen en het echtpaar Freddie Langeler en Eelco ten Harmsen van Beek hun bijdrage geleverd.
Achterin het blad komen ideeën voor het knutselen met materialen die in deze tijd vaak werden gebruikt (triplex, raffia, vliegerpapier, et cetera) aan bod. Ook zijn hier raadsels en spelletjes te vinden en worden er wedstrijden aangekondigd.
In 1934 wordt ‘Kie-ke-boe’ als bijlage opgenomen in het blad ‘Zonneschijn’.
Gedigitaliseerd: vol. 1 (1930) ; vol. 2, nr. 26 t/m 52 (1931) – vol. 4 (1933)
Bekijk exemplaren van Kie-ke-boe >>
Terug naar het Jeugdtijdschriften overzicht >>