Jeugdtijdschriften 1883 tot 1950 > De Joodsche jeugdkrant: Betsalel (1928-1935)
De vereniging Betsalel (‘onder de schaduw van God’) wil met haar jeugdkrant een blad brengen “voor het opkomend joodsche geslacht in de Nederlandsche joodsche gezinnen in binnen- en buitenland”.
Speciale vervolgverhalen, veelal geschreven door Clara Asscher-Pinkhof, vormen een vast onderdeel van het blad. Daarnaast bevat de Joodsche jeugdkrant gedichten en raadsels. Veel ruimte is ingericht voor zaken die de joodse godsdienst, cultuur en geschiedenis aangaan. Zo zijn er artikelen te vinden over de spijswetten en bijzondere Joodse feesten, taallessen Hebreeuws, gebeden en passages uit Joodse geschriften. Elk nummer bevat een kalender waarop staat aangegeven wanneer de ‘Sjabbos’ begint en eindigt. Kinderen kunnen ook eigen opstellen en gedichten laten plaatsen. Voor de kleintjes is aandacht in de rubriek ‘voor onze kleuters’. Wat opvalt is dat bijna de helft van het tijdschrift gevuld is met advertenties.
De schrijvers van ‘De Joodsche jeugdkrant: Betsalel’ staan zeer positief tegenover het Nederlandse Koningshuis; Nederland wordt beschouwd als een land dat de hele geschiedenis door opvang bood aan joodse vluchtelingen. Al worden actuele gebeurtenissen uit de periode 1928-1935 niet expliciet genoemd, het blad kan door de voelbare dreiging van het oprukkend nazisme goed worden gezien als een schrijnend tijdsdocument. Dit komt vooral naar voren in de correspondentierubriek ‘de vragenbus’, waarin helaas de brieven zelf niet zijn afgedrukt.
Gedigitaliseerd: vol.1 (1928) – vol. 7 (1935)
Bekijk exemplaren van De Joodsche jeugdkrant: Betsalel >>
Terug naar het Jeugdtijdschriften overzicht >>