Collectie Multatuli > Biografie
Op 2 maart 1820 wordt Multatuli geboren als Eduard Douwes Dekker in de Korsjespoortsteeg no.20 te Amsterdam. In 1838 reist hij op het koopvaardijschip van zijn vader, die kapitein is, naar Nederlands-Indië. Hij maakt een snelle carrière door en brengt het tot de positie van assistent-resident van Lebak (Bantam, Java) in 1856. Al spoedig formuleert hij een aanklacht tegen de regent Karta Natta Negara, die hij van misdrijven verdenkt. Zijn superieuren gaan niet op de aanklacht in.
Douwes Dekker besluit zijn ontslag in te dienen. Hij vertrekt naar Europa, waar hij in 1859 in het Brusselse hotelletje Au Prince Belge zijn Max Havelaar schrijft. Het boek verschijnt in 1860 en Douwes Dekker wordt in één klap beroemd onder het pseudoniem dat hij gebruikte bij de publicatie, Multatuli, wat betekent ‘ik heb veel gedragen’. Het boek handelt over de misstanden die er in Nederlands-Indië heersen onder Nederlands bewind.
Door het succes van het boek wordt Multatuli schrijver tegen wil en dank. Liever zou hij als politicus zijn bekendheid hebben uitgebuit, maar als schrijver heeft hij het succes dat hij als politicus ontbeert.
In vele brieven, pamfletten, essays en verhalen bestookt Multatuli Nederland met zijn maatschappijkritiek en houdt hij de Nederlanders een spiegel voor. Zijn belangrijkste werk na de Max Havelaar zijn de Ideën, bundels met in totaal bijna 1300 korte en langere teksten over allerlei onderwerpen die in zijn tijd onderdeel waren van het openbare debat. Tevens bevatten de bundels het verhaal van Woutertje Pieterse. Het gaat daarin om het leven van een romantisch jongetje in het Amsterdam aan het eind van de 18de eeuw. Het bevat biografische elementen.
Na 17 jaar schrijven houdt Multatuli het in 1877 voor gezien. Hij verhuist definitief naar Duitsland en daar overlijdt hij op 19 februari 1887 in Ingelheim am Rhein. Hij wordt vier dagen later als eerste Nederlander in de geschiedenis gecremeerd.