Boekbanden van de Koninklijke Bibliotheek > Boekbanden
Als men tegenwoordig een boek koopt, wordt de band als een gegeven beschouwd. De band, het uiterlijk van het boek, is voor de gehele oplage hetzelfde en wordt bepaald door de uitgever veelal in combinatie met een grafisch vormgever. Dat was in het verleden anders.
Binden van losse bladen
Voor circa 1830 kocht men een tekst in losse bladen, soms gevouwen tot katernen en voorzien van een voorlopige omslag. De eerste eigenaar liet er door de boekbinder een definitieve band om maken. De binder naaide de katernen aan elkaar, en bevestigde dit boekblok aan de platten en de rug. Het geheel werd bekleed met veelal leer of perkament. Zo is het dus mogelijk om dezelfde tekst in onderling verschillende banden aan te treffen.
In 1781 trouwt Hieronymus van Alphen met Catherina Geertruida van Valkenburg. Geheel in de 18e eeuwse traditie wordt er voor de gelegenheid een "Egtzang" gecomponeerd, in dit geval door van Alphen zelf. De bruidegom laat een aantal exemplaren van deze tekst binden, in groen leer met gouden ornamenten, en schenkt ze aan belangrijke genodigden. Hun namen laat hij op de band aanbrengen. Het familielid M.T.C.C. van Ossenbergh krijgt ook een exemplaar, in dit geval met een omslagje van sierpapier: duidelijk een minder belangrijke gast.
Een speciaal uiterlijk voor speciale gelegenheden
Naast de klassieke functie van de boekband, het beschermen van de tekst, is de band dus ook een middel om afzonderlijke exemplaren van een werk een bijzonder uiterlijk te geven. Voor speciale gelegenheden, of als de opdrachtgever/eigenaar veel belang hechtte aan het uiterlijk van het boek, werd de band geheel naar wens versierd met ornamenten in bladgoud, en eventueel voorzien van kostbare sloten. Ook werden bij dergelijke banden bijzondere materialen of technieken toegepast.
Decoratie
Boekbanden werden, als we de middeleeuwse prachtbanden voorzien van goud en edelstenen buiten beschouwing laten, versierd door middel van stempels. Door het met de hand indrukken van afzonderlijke messing stempels, werd een decoratief patroon verkregen. Soms werd er gebruik gemaakt van een pers, om de grotere, platte plaatstempels te kunnen afdrukken. Tijdens de renaissance zien we in Europa de introductie van het stempelen met behulp van bladgoud. Ook werden andersgekleurde stukjes leer op de banden aangebracht. Gedurende de volgende eeuwen, volgt de boekband de stijlontwikkeling in de andere takken van de kunstnijverheid. Frankrijk blijkt veelal toonaangevend en de decoratie op boekbanden sluit aan bij de patronen die we vinden in het zilverwerk, textiel- en meubelkunst.
Nieuwe mogelijkheden
Na 1830 wordt het mogelijk om, met behulp van nieuwe machines en materialen, de boeken een eenvormig uiterlijk te geven. Met de introductie van het boekbinderslinnen en de verbetering van de benodigde persen, kunnen grote aantallen boeken snel van een zelfde band worden voorzien. Het handgebonden boek verdwijnt echter niet, maar wordt een kostbare luxe. Deze ontwikkeling bezorgt het vak, met name in Nederland, een marginale positie, waar boekverzorgers en kunstenaars meermalen aandacht voor vragen. "Een boek is pas waarlijk af, als het gebonden is" schrijft Jan van Krimpen in 1924. In tegenstelling tot in het buitenland is in Nederland de kring van kapitaalkrachtige liefhebbers erg klein en zijn de opleidingen beperkt. Toch is het mogelijk gebleken het vak in stand te houden en zijn er ook nu een aantal binders die zich internationaal manifesteren.