Sommige verzamelaars van Blaeu’s atlassen namen geen genoegen met de standaarduitvoering die de cartograaf leverde. De rijke Amsterdammer Frederik Willem van Loon (1644-1708) was één van hen.

Van Loon bekleedde een hoge functie bij de wisselbank en was lid van het stadsbestuur (de vroedschap). De atlassen uit zijn collectie kregen de meest luxueuze uitvoering denkbaar. Ze zijn gebonden in rood marokijn met in goudstempel het familiewapen en de lijfspreuk van de eigenaar. De kaarten in de atlas zijn alle zeer kundig en fraai met de hand ingekleurd en met goud gehoogd. De banden zijn vervaardigd door de beroemde Amsterdamse boekbinder, Albert Magnus (1642-1689).

Van Loon wilde meer dan alleen de Grooten Atlas. Hij voegde er een aantal atlassen aan toe, zoals Blaeu’s stedenboeken van de Nederlanden en Italië en extra delen over Frankrijk en Zwitserland en twee zogenaamde zeeatlassen van andere kaartmakers.

Alle delen hadden dezelfde schitterende band en dezelfde inkleuring van de kaarten. De reeks werd opgeborgen in een kabinet van olijfhout.

Joan Blaeu en zijn Grooten Atlas