De Verhemelde Geest Van den Doorluchtigen Oranje-Martelaer Henry de Fleury, heer van Buat, etc. Ritmeester ten dienste de Vereenighde Nederlanden, Aensprekende de Rampsalige Geesten van Mr. Jan de Wit, Gewesen Raed-Pensionaris, en Groot Zegel-Bewaerder van Holland en West-Vriesland, ende Mr. Cornelis de Wit, Ruard van Putten, Oud-Burgermeester der Stadt Dordrecht, beyde varende in Charons Boot naer het Helsche Rijck, op den 20 Augusti 1672.
- Omschrijving
- Wie heeft gints Charon doch? sijn schuyt die schijnt te sincken, / Voorwaer een sware vracht! Soo dese niet verdrincken (Wie heeft ginds Charon toch? zijn schuit die schijnt te zinken, / Voorwaar een zware vracht! Zo deze niet verdrinken). Aantal strofen: 22. Wijsaanduiding ontbreekt.
- Annotatie
- Type object
- liederen
- Collectie
- Straatliederen
- Instelling
- Bron
-
- Lbl KB Wouters 04053 (liedtekst), Wouters/Moormann, Meertens Instituut, Amsterdam.
- Copyright
- KB/Meertens Instituut
- Trefwoord
Dit object downloaden
JPG-bestand
Permalink
-
De permanente URL zorgt ervoor dat ieder digitaal object vindbaar blijft op internet, ook al verandert de naam van de website of het object. Wanneer u wilt verwijzen naar objecten in het Geheugen kunt u het beste deze permanente link gebruiken in plaats van de link in de adresbalk van de browser.
De permalink van dit object is gekopieerd naar het klembord.