De schrijfster is een ruim 50-jarige vrouw, getrouwd, zij drijft een bontzaak. Zij houdt zich volgens eigen zeggen in de oorlog bezig met hulpverlening op velerlei gebied: zorg en recreatie voor Nederlandse oorlogsinvaliden (min of meer een soldatenmoeder), hulp aan gevangenen (voedsel, ontvluchtingspogingen), aan joden, onderduikers en arbeiders en studenten in Duitsland (pakjes). Haar dagboek, dat hierover handelde, moest zij vernietigen. Uit aantekeningen, die zij daarna maakte, stelde zij het weer samen en sedert 1944 mag haar werk volgens haar opgave weer werkelijk dagboek heten. Het geheel (deel I) is een met sterk gevoel geschreven.
Geheel onwaar kan het beeld dat het geeft van de rol die de schrijfster gespeeld heeft niet zijn.
Zij schijnt, misschien met goede bedoelingen, in het randgebied van het politiek en moreel ontoelaatbare gewerkt te hebben. In 1948 heeft zij voor het Tribunaal te Utrecht terecht gestaan onder beschuldiging o.a. van steun aan Winterhulp en het ontvangen van Duitsers gedurende de bezetting. Zij is tenslotte vrijgesproken. Over deze kwestie handelt grotendeels deel II, dat zij "Bevrijdingsdagboek" noemt. Het bestaat uit een dagboekgedeelte (waarschijnlijk niet direct neergeschreven) en uit een afschrift van het dossier, vol met dechargerende verklaringen van mensen die de schrijfster kenden en van haar werk op de hoogte waren of door haar geholpen waren, alsmede verslagen van tribunaalzittingen
De permanente URL zorgt ervoor dat ieder digitaal object vindbaar blijft op internet, ook al verandert de naam van de website of het object. Wanneer u wilt verwijzen naar objecten in het Geheugen kunt u het beste deze permanente link gebruiken in plaats van de link in de adresbalk van de browser.