Voor een grote groep vrouwelijke fotografen, betekende dit project een eerste stap naar de beeldbank. Zo zijn er foto’s te zien van Miek Douw, Dop Heijns, Bertha van der Horst-Dikker, Wies Meertens, Claar Pronk, Ellen Thorbecke en (respectievelijk moeder en dochter) Louise en Gerda van der Veen.

Een aantal van hen werd in het buitenland opgeleid. Douw bijvoorbeeld leerde in de jaren dertig in Duitsland hoe zij kleurenafdrukken kon maken (de Duxochroom). Zij was in die tijd één van de weinige fotografen in Nederland die deze techniek beheerste. Het werk van Thorbecke is opmerkelijk door de reportages die zij in de jaren dertig in China maakte.

Het werk van Lex de Herder, Cas van Os en Steef Zoetmulder is nauw verweven met de geschiedenis van de fotografie in Rotterdam. Maar deze oeuvres waren niet meer volledig voor beeldselectie beschikbaar. Een groot deel van De Herder's archief werd ondergebracht bij het Gemeentearchief in Rotterdam, het archief Van Os ging grotendeels verloren en Zoetmulder selecteerde zelf bijzonder streng.