Prentenboeken van 1810 tot 1950
Een collectie van Koninklijke Bibliotheek, Bibliotheek Rotterdam, Openbare Bibliotheek Amsterdam, Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer
Oude kinderboeken ontroeren, intrigeren, vermaken, inspireren. Ze zijn niet alleen van waarde voor individuele lezers, maar ook voor onze samenleving als geheel. Iedere generatie Nederlanders is opgegroeid met zijn eigen, specifieke jeugdliteratuur, en heeft daaraan ongemerkt de nodige normen en waarden ontleend. Kinderboeken zijn waardevolle getuigen van een steeds veranderende maatschappij.
Binnen de jeugdliteratuur neemt het prentenboek een bijzondere plaats in. In prentenboeken zijn beelden even belangrijk als teksten. Ze zijn zeker niet alleen voor kinderen bedoeld. Oude prentenboeken geven opvattingen over goed en kwaad, arm en rijk; over opvoeding, met voorbeelden van braaf en stout gedrag; over vaderlandsliefde en vreemde volken. Ze tonen een veranderend wereldbeeld van nieuwe uitvindingen en vervoermiddelen, van wonen en mode, van beroepen, van het leven in steden en dorpen. Je vindt er humor in en moralisme; er wordt gespeeld met de verhouding tussen realiteit en fantasie.
In deze collectie zijn zeshonderdvijftig Nederlandstalige prentenboeken uit de periode 1810 tot 1950 bijeengebracht. Van Robinson Crusoƫ tot Tielse Flipje, van oude bakerrijmen tot sprookjes van de gebroeders Grimm: er komt van alles voorbij.