Handschrift, hieruit op afbeelding 82 het gedicht met de beginregel ‘Ik moet voor U heel klein, heel klein me maken’.
In de dichtbundel Van de passielooze lelie (1901) verwoordde Frederik van Eeden zijn verlangen om door leed en doodsangst heen op te gaan in God, zoals die zich laat kennen in muziek, natuur en belangeloze liefde. De critici waren verdeeld over deze bundel: volgens De Amsterdammer was Van Eeden half apostel en half dominee, maar Den Gulden Winckel noemde hem een groot dichter en een verheven mysticus.
De permanente URL zorgt ervoor dat ieder digitaal object vindbaar blijft op internet, ook al verandert de naam van de website of het object. Wanneer u wilt verwijzen naar objecten in het Geheugen kunt u het beste deze permanente link gebruiken in plaats van de link in de adresbalk van de browser.