Willem Witsen: Eighties Movement artist in pictures and text > The artist Willem Witsen
H.P. Baard, ‘Willem Witsen. De Oudeschans te Amsterdam’, in: Openbaar Kunstbezit 5 (1961), p. 26.
E. Bénézit, Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs, dessinateurs et graveurs de tous les temps et de tous les pays par un groupe d’écrivains spécialistes français et étrangers, nouvelle édition, Paris 1999, p. 671.
Rieta Bergsma, Paul Hefting (red.), Georg Hendrik Breitner 1857-1923. Schilderijen, tekeningen, foto’s. Bussum 1994, passim (tevens catalogus bij de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam).
Ad van der Blom, Tekenen dat het gedrukt staat. 500 jaar grafiek in Nederland. S.l. 1978, passim.
K.G. Boon, ‘Witsen’s etstechniek’, in: P.H. van Moerkerken … et al., Witsen en zijn vriendenkring. Amsterdam 1947, pp. 18-34.
H.P. Bremmer (red.), Moderne Kunstwerken 2 (1904) 10, nr. 77; 4 (1906) 4, nr. 28; 5 (1907) 6, nr. 42; 7 (1909) 6, nr. 44; 8 (1910) nr. 61.
Gerard Brom, Hollandse schilders en schrijvers in de vorige eeuw. Rotterdam 1927, pp. 97-98, 100-101, 108, 130, 133 (in 1959 opnieuw verschenen onder de titel Schilderkunst en literatuur in de 19e eeuw).
Charivarius, ‘Amsterdam 1275-1925’ [gedicht]. In: De Groene Amsterdammer, weekblad voor Nederland 11 juli 1925.
Carole Denninger-Schreuder, Schilders van Amsterdam. Vier eeuwen stadsgezichten, Bussum 2000, passim en vooral op pp. 92-98.
H.E. van Gelder, Holland by Dutch artists. In paintings, drawings, woodcuts, engravings an detchings. Amsterdam 1959, p. 20, pl. 171.
J.G. van Gelder, Prenten en tekeningen. Amsterdam 1958 (De schoonheid is van ons land; 15), passim.
H. Gerson, Voor en na Van Gogh. De Nederlandse schilderkunst. Deel III. Amsterdam 1961 (De schoonheid van ons land. Schilderkunst; 17), pp. 46, 48, afb. 115.
Irene M. de Groot, ‘Willem Witsen en zijn drijvend atelier’, In: Bulletin van het Rijksmuseum 38 (1990), pp. 345-367.
‘De Halvemaansteeg door Witsen. Een spiegelbeeld’, Amstelodamum 35 (1948), p. 64 (naar aanleiding van een gespiegelde afbeelding van dit werk van Witsen in een februarinummer van Amstelodamum 35 (1948), p. 31).
A.M. Hammacher, Amsterdamsche impressionisten en hun kring. Amsterdam 1941, pp. 6, 9, 55-58, 60, 65-71, 74, 77, 80, 92, 104, 109, 121-122.
A.M. Hammacher, ‘Witsen, de schilder en etser’, in: P.H. van Moerkerken … et al., Witsen en zijn vriendenkring. Amsterdam 1947, pp. 5-8.
N. van Harpen, Willem Witsen. Amsterdam 1924.
J.F. Heijbroek, ‘Impressies uit de ‘reuzestad’. Het verblijf van Willem Witsen in Londen (1888-1891)’. In: F.W. Kuyper en B.C. Sliggers (red.), Liber amicorum A.G. van der Steur, uitgegeven ter gelegenheid van zijn vijftigste geboortedag 3 mei 1988. [Haarlem 1988], pp. 61-97.
J.F. Heijbroek, ‘Met Witsen naar Rotterdam en Dordrecht’. In: De Boekenwereld. Tijdschrift voor boek en prent 18 (2002) 5 (juli), pp. 230-254.
J.F. Heijbroek, ‘Standpunt Damrak Amsterdam 1905’. In: Kunstschrift, themanummer Willem Witsen, 47 (2003) 1, pp. 18-25.
J.F. Heijbroek, Margaret F. MacDonald, Whistler en Holland. Zwolle/ Amsterdam: Rijksmuseum 1997, pp. 105-113 (‘Whistlers invloed’).
J.F. Heijbroek, ‘Willem Witsen in Amerika’. In: Geen schepsel wordt vergeten. Liber amicorum voor Jan Willem Schulte Nordholt ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag. Amsterdam/ Zutphen 1985, pp. 121-142.
Norbert Hostyn, Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemeschilders geboren tussen 1750 en 1880. Knokke-Zoute 1995, pp. 406-407.
Anneke de Jong, Willem Bastiaan Tholen 1860-1931. Goude/ Assen: Museum het Catharina Gasthuis / Drents Museum 1993, passim.
Diederik Kraaijpoel, ‘Een vrije hand binnen strakke kaders’. In: Kunstschrift, themanummer Willem Witsen, 47 (2003) 1, pp. 32-37.
Wiepke Loos, Carel van Tuyll van Serooskerken, ‘Waarde heer Allebé’. Leven en werken van August Allebé. Haarlem/ Dordrecht/ Assen: Teylers Museum/ Dordrechts Museum/ Drents Museum 1988, passim.
H. Luns, Holland schildert. De Nederlandsche schildertaal zooals zij in de laatste 50 jaar klankvol en rijk gesproken werd. Amsterdam s.a., passim en vooral op pp. 307-310.
G.H. Marius, De Hollandse schilderkunst in de negentiende eeuw, tweede geheel herziene druk. Den Haag 1920, passim en vooral op pp. 255-256.
Ineke Middag, ‘Stichting Vrienden van het Van Gogh Museum schenkt 14 prenten van Willem Witsen’. In: Van Gogh Bulletin 6 (1991) 1, p. 10.
P.H. van Moerkerken, ‘Willem Witsen en zijn vriendenkring’. In: Maandblad Amstelodamum 35 (1948), pp. 10-11 (n.a.v. de tentoonstelling bji het Stedelijk Museum).
Alb[ert]. Plasschaert, Korte geschiedenis der Hollandsche schilders. Amsterdam 1912, p. 121.
Albert Plasschaert, ‘Het winterlandschap in de Hollandsche schilderkunst’. In: Witnerboek van de Wereldbibliotheek 1923-1924. Amsterdam 1923, pp. 65-76. L. S[mit]., ‘Onze kleurplaten’ [over reproducties in dit Winterboek, waaronder van werk van Witsen], pp. 117-119.
Jan Poortenaar, Schilders van het Hollandsche landschap. Naarden s.a., passim en vooral op pp. 82-83.
Jan Poortenaar, Etskunst. Techniek en geschiedenis. Naarden 1946, p. 167, afb. 162-163.
Hans Redeker, ‘Willem Witsen in het Amsterdam van de impressinoisten. Aristocraat-kunstenaar die dichters en schilders verbond’. In: Algemeen Handelsblad 17 januari 1959 (naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling bij het Singer Museum in Laren).
Herbert van Rheeden, ‘Over de schouder van de aquarellist’. In: Kunstschrift, themanummer Willem Witsen, 47 (2003) 1, pp. 16-17.
R.N. Roland Holst, Jan Veth (red.), Hollandsche prentkunst, 1e jaargang. Amsterdam 1898. (Etsen: nr. 5).
Simone de Ruyter, ‘De late ontdekking van een vroege Witsen’. In: De Boekenwereld 15 (1999) 4 (april), pp. 293-297.
Pieter A. Scheen, ‘Witsen, Willem Arnold (‘Willem’)’. In: Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950. Den Haag 1970, pp. 615-616.
Chris Stolwijk, Uit de schilderswereld: Nederlandse kunstschilders in de tweede helft van de negentiende eeuw. Leiden 1998 (handelseditie van proefschrift Universiteit Utrecht 1997), passim.
Thieme/Becker, Allgemeines Lexicon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart. Leipzig/ München 1992, pp. 118-119.
Aeg[idius]. W. Timmerman, ‘Willem Witsen’. In: Elseviers Geïllustreerd Maandschrift 10 (1900), pp. 1-17, later ook verschenen als aflevering in de reeks Hollandsche schilders van dezen tijd. Amsterdam 1912.
Cornelie van Uuden, Pieter Stokvis, De gezusters van Vloten. De vrouwen achter Frederik van Eeden, Willem Witsen en Albert Verwey. Amsterdam: Bert Bakker 2007.
Jan Veth, ‘De houtsneden van Dijsselhof. In: Jaarboekje van de Vereeniging tot bevordering der grafische kunst 1921-1924. Rotterdam 1925, p. 9.
Cornelis Veth, De Nederlandse schilderkunst in vogelvlucht. Rotterdam 1969 (derde druk), passim.
Jessica Voeten, ‘Het verdwenen portret van de gouverneur-generaal. Hoe Willem Witsen naar Indië reisde’. In: NRC Handelsblad (Cultureel supplement) 18 november 1983, pp. CS 3-4.
R.W.P. de Vries jr., Nederlandsche grafische kunstenaars uit het einde der negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Den Haag 1943, passim.
F.G. Waller, Biografisch woordenboek van Noord Nederlandsche graveurs. Amsterdam 1974, p. 367.
‘Wie weet wie Willem Witsen was?’ Rijksmuseum Kunstkrant 3 (1977) 9 (themanummer Willem Witsen).
Chris Will (eindred.), Jacobus van Looy 1855-1930. Niets is zoo mooi als zien…. Zwolle/ Haarlem: Frans Halsmuseum, Stichting Jacobus van Looy) 1998, passim (oeuvre- en tevens tentoonstellingscatalogus).
Chr. Will, ‘Willem Witsen (Arnold)’. In: Jane Tuner (ed.), The Dictionary of Art. London/ New York 1996, vol. 33, p. 266.
Zesde winterboek van Wereldbibliotheek 1927-1928. Amsterdam 1927 (met reproductie naar werk van Witsen). L. S[imons]., ‘Bij vier kleurplaten’, pp. 121-122.
Ph. Zilcken, ‘Holland’. In: Charles Holme (ed.), Modern etchings, mezzotints and dry-points. London etc.: The Studio 1913, pp. 193-216, Witsen: pp. 193, 209, 211-212.
Philip Zilcken, ‘Modern etching & engraving in Holland’. In: Charles Holme (ed.), Modern etching and engraving (op de omslag: Modern etching and engraving. European and American. Being the special Summer number of The Studio 1902). London: The Studio 1902, apart gepagineerde Dutch section, Witsen op p. 4 en pl. 2.
Ph. Zilcken, Moderne Hollandsche etsers. Amsterdam 1896, pp. 61-64.