Verzetsliteratuur > Verzetsgedichten van het NIOD
Deze verzameling verzetsgedichten bevat 4860 gedichten gemaakt tijdens de oorlogsjaren in bezet Nederland. De gedichten hebben vaak betrekking op de politieke situatie van dat moment en werden vaak in het geheim van hand tot hand doorgegeven. De auteurs zijn vanwege het clandestiene karakter van handeling en tekst veelal niet bekend. De gedichten zijn geschonken aan het NIOD door de auteurs, hun nabestaanden of door de mensen die het gedicht destijds ontvingen. Van veel gedichten bestaan diverse varianten: de tekst werd vaak aangepast aan de actuele situatie.
Het interessante aan deze verzameling gedichten is niet zozeer de literaire kwaliteit maar meer de letterlijke inhoud van de teksten: hoe beleefden de Nederlanders de oorlogsjaren, waar waren ze boos, bang of bedroefd over. We lezen waar de mensen in Nederland zich mee bezig hielden, en wat zij in die tijd belangrijk genoeg vonden om in een gedicht te verwoorden. Dat zijn niet altijd de grote gebeurtenissen zijn die de geschiedenisboeken haalden.
De vraag of deze auteurs een groot literair talent hadden doet minder ter zake. Zoals Loe de Jong het in deel 7 van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog uitdrukte: “Poëzie? Ja het rijmt. In poëtisch opzicht is daarmee, vrezen wij, alles gezegd. Maar juist zulke strofen [...] drukten vlijmscherp uit wat door de brede massa gevoeld werd: de haat jegens de macht die het land onverhoeds overvallen had, de afkeer van de dwingelandij die van jaar tot jaar zwaarder zou gaan drukken”.