Nederland en Engeland: de band tussen twee naties > Wederopbouw

Na de brand begonnen de mensen al snel terug te keren naar de rokende puinhoop waar eens hun huis had gestaan. Toen koning Karel II ter ore kwam dat men alweer begon om lukraak nieuwe huizen te bouwen op de oude funderingen, vaardigde hij een proclamatie uit waarin hij beloofde dat er snel een begin zou worden gemaakt met de wederopbouw van de stad, maar dat daarbij bepaalde regels in acht moesten worden genomen.

De verwoesting werd als een kans gezien om een hele nieuwe, moderne stad te bouwen, met een nieuw stratenplan. Onder andere Sir Christopher Wren, John Evelyn en Robert Hooke ontwierpen plannen voor het nieuwe Londen. Alle bewaard gebleven ontwerpen gaan uit van een geheel nieuw stratenplan, waarbij weinig rekening wordt gehouden met de topografie (bijvoorbeeld hoogteverschillen). Geen van de ontwerpen werd uitgevoerd omdat het op teveel weerstand stuitte om de stad zo drastisch te herstructuren. De burgers wilden de stad, en hun eigendom, terug zoals dat geweest was. Wel werd er nieuwe wetgeving uitgevaardigd waaraan de nieuwe gebouwen moesten voldoen. Zo moest er in steen gebouwd worden, en niet meer in hout. Een aantal straten moest zo breed worden aangelegd dat vuur moeilijker kon overspringen van het ene stadsdeel naar het andere, en nauwe steegjes mochten niet meer. De kade langs de Thames moest onbebouwd blijven. Ook werden vervuilende ambachten van de rivieroever geweerd, zoals textielververs en zeepziederijen.

Voor het oplossen van allerlei juridische problemen met betrekking tot grenzen, eigendomsrecht, aansprakelijkheid, lopende huurcontracten en dergelijke werd een speciaal gerechtshof in het leven geroepen, de ‘Fire Court’, die in februari 1667 haar taak begon. In oktober 1666 benoemde Karel II een commissie van zes personen om de herbouw van de stad te coördineren. Een van de leden van deze commissie was de beroemde architect Sir Christopher Wren. Samen met Dr. Robert Hooke ontwierp hij het Monument ter nagedachtenis aan de brand, maar zijn beroemdste schepping is natuurlijk St. Paul’s Cathedral. De middeleeuwse kathedraal met dezelfde naam was verwoest door de brand. De nieuwe kathedraal was een van de grootste bouwprojecten van de eeuw. Alleen al met het ontwerpen ervan was tien jaar gemoeid en het bouwen duurde veertig jaar.

Hoe het verder ging met Thomas Farriner
Bij de wederopbouw werd het nauwe steegje Pudding Lane breder gemaakt en minder steil. Thomas Farriner en Hannah verhuisden terug in de zomer van 1668. De veroordeling en terechtstelling van Robert Hubert had echter de verdenking niet geheel weggenomen dat Farriner misschien door dronkenschap of nalatigheid verantwoordelijk was geweest voor de brand. Zijn gezondheid ging snel achteruit en hij stierf op kerstavond in 1670. Zijn dochter Hannah, die in 1665 de pest had overleefd, maar daardoor lichamelijk ernstig was verzwakt, waarna ze ook nog ernstige brandwonden had opgelopen bij de ontsnapping uit het brandende huis, stierf het volgende voorjaar. Zoon Tom, die in 1665 de stad had verlaten vanwege de pest, en zo ook aan de brand was ontsnapt, nam de bakkerij over, maar ook hij stierf jong, in 1678.

> Lees verder: Het Monument
< Ga terug naar: De grote brand van Londen

Voorbeelden uit deze collectie Nederland en Engeland: de band tussen twee naties

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie