Boekillustratoren Jan en Casper Luyken > Jan Luyken (1649-1712), boekillustrator en dichter

Boekillustrator

Jan Luyken werd op 16 april 1649 in Amsterdam geboren. Hij was het vijfde kind van de doopsgezinde schoolmeester Casper Luyken en Hester Coores. Toen hij 18 jaar was, ging Luyken in de leer bij de schilder Martin Saeghmolen. Vrij kort na diens overlijden in 1669 verruilde hij het penseel echter voor de etsnaald. Met behulp van Coenraet Decker bekwaamde Luyken zich in de kunst van het graveren en etsen. Al tijdens zijn leven verwierf hij grote bekendheid. Hij wordt nu nog steeds, samen met Romeyn de Hooghe, leermeester van Coenraet Decker, gerekend tot de belangrijkste boekillustratoren van zijn tijd.

Arnold Houbraken en Pieter Sluyter, Portret van Jan Luyken, 1712

Net als Romeyn de Hooghe vervaardigde Jan Luyken bijna al zijn boekillustraties naar eigen fantasie. Meestal gebruikte hij het dagelijkse leven als inspiratiebron; slechts zelden gebruikte hij prenten van anderen als voorbeeld.

Na zijn debuut met een viertal afzonderlijk uitgegeven prenten, verscheen in 1678 het eerste door Jan Luyken geïllustreerde boek Schat der Zielen, waarin drie prenten van zijn hand voorkomen. Er zouden daarna nog enkele duizenden boekillustraties door hem worden vervaardigd.

Dichter

Behalve een bekwaam etser was Jan Luyken ook een zeer verdienstelijk dichter. Zijn eerste, nogal amoureuze liedboek Duytse Lier verscheen in 1671. Hieruit blijkt duidelijk dat hij in deze jonge, vrolijke jaren enigszins afgedwaald was van zijn streng religieuze opvoeding. Kort na het verschijnen van deze bundel trouwde hij met zijn hierin bezongen liefde, Maria de Ouden. Een paar jaar later zag Jan Luyken echter ‘het licht’, mogelijk onder invloed van de Duitse mysticus Jacob Böhme, en werd streng gelovig. Sindsdien heeft Luyken alleen nog maar stichtelijk werken gepubliceerd met vaak een didactische strekking. De meeste hiervan waren emblematabundels. Hierin zijn zinnebeeldige prenten (de emblemen) voorzien van een motto en bijschrift, meestal in dichtvorm. Deze vorm van publiceren was Luyken natuurlijk op het lijf geschreven, omdat hij hierin prima zijn beide talenten als tekenaar/etser en dichter kon combineren. In totaal verschenen er zestien werken van zijn hand, waarvan vijf na zijn overlijden. Zijn eerste -het hierboven genoemde Duytse Lier- en zijn laatste werk Het Overvloeijend Herte heeft hij niet zelf geïllustreerd. Deze laatste dichtbundel verscheen pas in 1767, ver na zijn dood. De prenten hiervoor werden gemaakt door Cornelis van Noorde.

Bekijk een overzicht van het werk van Jan Luyken of lees meer over Casper Luyken.

Voorbeelden uit deze collectie Boekillustratoren Jan en Casper Luyken

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie